Executieve functies

Executieve functies

Opvoeden gaat niet zonder slag of stoot. Ieder gezin krijgt vroeg of laat te maken met hobbels in de weg. De één wat eerder dan de ander. Niet zo gek, want ieder kind is uniek. Sommige karaktereigenschappen zijn nou eenmaal genetisch bepaald. Dit moeten we accepteren hoe moeilijk ook. Het enige wat we kunnen doen is blijven investeren in het stimuleren van positief gedrag en werken aan onze eigen persoonlijke ontwikkeling. Dat kost tijd en energie. Zeker als er geen einde aan lijkt te komen aan die ene ‘fase’. Maar het gaat geheid meer opleveren dan als we ons blijven verzetten tegen bepaald gedrag. Elke stap in de goede richting is er één!

Je zult ze vast al gelezen hebben, de algemene opvoedtips zoals:

  • Probeer je rust te bewaren
  • Probeer uitleg te geven
  • Neem meer tijd voor bepaalde activiteiten
  • Bereid je kind voor op overgangen
  • Wordt nooit fysiek
  • Je kinderen apart laten spelen bij ruzie
  • Belonen/ straffen
  • Time-out plek

Allemaal prima tips maar zijn niet altijd even helpend voor jou op dit moment. Het draait vooral om het aanpakken van de kern: bewustwording, emotionele connectie, veilige hechting, zelfreflectie en onvoorwaardelijke liefde.

Als deze basis nog niet goed staat, wordt het moeilijk om gedrag te verbeteren. Het begint dus met een kritische blik naar onszelf en hoe we met elkaar omgaan binnen het gezin.

Zwakke executieve functies

Als je denkt dat de basis goed zit, je een sterke emotionele connectie hebt en jij en jouw kind dus veilig gehecht zijn, kun je op zoek gaan naar de ontbrekende vaardigheden bij jouw kind waardoor hij of zij simpelweg de verwachting niet kan waarmaken. Daardoor is er meer kans op teleurstellingen bij jou én bij je kind. Misschien niet altijd direct zichtbaar bij je kind maar onderhuids voelt het kind dat het faalt waardoor het zelfvertrouwen afneemt, een minderwaardigheidscomplex op de loer ligt en tegenovergesteld gedrag laat zien om die gevoelens te onderdrukken. Denk bijvoorbeeld aan het vragen van negatieve aandacht middels schreeuwen, schelden, dingen kapot maken etc. Dit kan ook later tot uiting komen in de schoolperiode of daarna.

Laat jezelf niet verleiden om tijdens een driftbui (stressreactie) ook in de stress te schieten. Dit is olie op het vuur gooien waardoor de gemoederen nog hoger oplopen. Probeer je rust te bewaren en laat de driftbui er maar even zijn ook al ben je omringd met andere mensen. Zij weten écht wel hoe vervelend het kan zijn. Natuurlijk grijp je in als er een gevaarlijke situatie ontstaat. Weet dat Iedereen het op zijn/haar eigen manier doet, maar probeer zelf te kiezen voor kalmte en acceptatie. Het gebeurt nou eenmaal af en toe. Dat hoort bij opgroeien. Een leerproces voor jou en je kind.

“Het positieve overwint het negatieve, moed overwint vrees, geduld overwint woede en ergernis. Liefde overwint haat.”

Vaardigheden

Probeer kritisch naar de situatie te kijken en jezelf af te vragen waar jouw kind nou eigenlijk écht moeite mee heeft op dat moment zodat je volgende keer bepaald gedrag op voor kan zijn.

Je kind mist bijv. de vaardigheid om:

  • te delen
  • impulsen onder te controle te houden
  • om te gaan met uitgestelde aandacht
  • een actieve luisterhouding aan te nemen
  • op de plek blijven zitten
  • opruimen
  • communicatie
  • om te gaan met teleurstellingen/tegenslagen

Probeer dan te investeren in het aanleren van deze vaardigheden. Verdiep jezelf in executieve functies.

Executieve functies zijn een reeks cognitieve processen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor het plannen, organiseren, beheren van tijd, het stellen van doelen, aandacht, werkgeheugen, impulsbeheersing en flexibel denken. Kortom, ze helpen bij het sturen en controleren van onze gedachten en gedragingen, en spelen een cruciale rol in zelfregulatie en het nemen van doelgerichte actie. Deze functies zijn essentieel voor het uitvoeren van dagelijkse taken, het oplossen van problemen en het bereiken van langetermijndoelen.

Oefenen

Er is online veel te vinden over hoe je bepaalde executieve functies kunt stimuleren met o.a. gezelschapsspelletjes en hoe je in de praktijk kunt oefenen. Aan te raden is dit te doen buiten de bewuste stress situatie, anders komt het niet binnen en verspil je je tijd en energie. Creëer hier dus bewuste (thuis)situaties voor en probeer om met een kalme en liefdevolle houding bijvoorbeeld je kind te leren:

  • Hoe of waar het o.a. speelgoed opgeruimd moet worden
  • Waar hij/zij het wasgoed mag leggen
  • Hoe je kleren aan- en uittrekt
  • Welke stappen je neemt bij bepaalde processen (spreek de stappen hardop uit)
  • Hoe om te gaan met uitgestelde aandacht door niet altijd meteen te komen maar aan te geven dat je er zo voor hem/haar bent (maak het ook waar)
  • Hoe rustig en kalm te communiceren door zelf het goede voorbeeld te geven en zelf dus ook op je manier van praten te letten
  • Dat emoties er mogen zijn en het even de tijd mag nemen om dit te uiten
  • Om een actieve luisterhouding te ontwikkelen door voor te lezen en terug te vragen
  • Omgaan met teleurstelling. Dat het niet erg is als iets niet lukt- doorzetten/hulp vragen

Graag verwijs ik je naar de volgende site: https://www.slo.nl/thema/meer/jonge-kind/executieve-functies/

Geduld

Zo zijn er natuurlijk nog veel meer situaties die om leermomenten vragen. Jouw reactie in de thuissituatie kan anders zijn dan met buitenstaanders om je heen. Probeer daar toch consequent en dus betrouwbaar in te zijn door hetzelfde te reageren. Verdiep jezelf in opvoedingsstrategieën of bezoek bijvoorbeeld een opvoedspreekuur of het consultatiebureau als je merkt dat je vastloopt.

Het begrijpen van de verschillen tussen een kinderbrein en die van een volwassenen is een belangrijk onderdeel bij het opvoeden en begeleiden van onze kinderen, omdat ze specifieke behoeften hebben op basis van hun ontwikkelingsfase. De kans bestaat dat we ze snel overvragen en te hoge verwachtingen hebben. Het brein van een kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en kan niet vergeleken worden met broertjes/zusjes/vriendjes etc. Er zijn algemene richtlijnen maar lopen niet per definitie gelijk aan de ontwikkeling van jouw kind.

Probeer een betrouwbare ouder te zijn. Houd je aan je afspraken en maak geen beloftes die je niet kunt nakomen. Wees eerlijk, ook tegenover jezelf, en neem op tijd een pauze als je merkt dat je je kalmte dreigt te verliezen. Stel jezelf regelmatig de vraag of je je kind niet te veel vraagt, maar geef het de begeleiding om te leren. Dit vereist geduld, veel geduld!

“Gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt”.

Zorg ervoor dat je met trots kunt zeggen dat jij je best hebt gedaan om een respectvolle ouder te zijn, en dat je kind (later) kan bevestigen dat je een geweldige vader of moeder bent! Jij kunt dit!